Beslagvrije voet sterk vereenvoudigd
De wijze waarop de beslagvrije voet wordt berekend, gaat drastisch veranderen. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Klijnsma (SZW) ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van een brief met voorstellen om het systeem eenvoudiger, handhaafbaar en inzichtelijker te maken.
De beslagvrije voet is het deel van het inkomen van iemand met schulden waar
schuldeisers geen beslag op mogen leggen omdat dit nodig is om van te leven. Als
deze te laag wordt vastgesteld heeft een schuldenaar te weinig geld om rond te
komen en heeft een schuldeiser valse verwachtingen over de aflosmogelijkheden
van de schuldenaar.
Dat de beslagvrije voet met enige regelmaat te laag wordt
vastgesteld, heeft voor een belangrijk deel te maken met de complexiteit van het
huidige systeem. Wie schulden heeft moet een hoop gegevens te voorschijn halen
om een beslagvrije voet te laten berekenen. Worden bijvoorbeeld zorgkosten,
huurlasten en toeslagen niet goed meegenomen dan kan de beslagvrije voet een
stuk lager uitvallen.
Het kabinet pakt dit probleem aan door de complexiteit
uit het systeem te halen. De berekening op basis van vele factoren maakt plaats
voor een vast bedrag, alleen gebaseerd op de leefsituatie van de
schuldenaar.
Voor schuldenaren én schuldeisers is het belangrijk dat de
beslagvrije voet wordt gerespecteerd, dat deze eenvoudig is en goed uit te
leggen. Er zijn al vele tussenstappen gemaakt, zoals een verbeterde samenwerking
tussen schuldeisers en betere informatievoorziening voor schuldenaren. Het
kabinet streeft ernaar de benodigde wetgeving in 2016 aan de Tweede Kamer voor
te leggen. Zo wordt het bestaansminimum nog beter gewaarborgd en weten
schuldeisers beter waar ze aan toe zijn.